Tilburgers hadden lange tijd een wat moeilijke relatie met hun stad. Met het instorten van de textielindustrie trad ook het verval van de van oudsher toch al behoorlijke arme stad in. Tilburg kende bepaald niet de rijke traditie die buurtsteden als Breda en Den Bosch wel hadden. En ook vanuit architectonisch oogpunt was er niet veel om je hart over op te halen. Dat in de jaren zestig een groot deel van het oude Tilburg onder het bewind van burgemeester Becht (bijnaam: Cees de Sloper) van de aardbodem verdween hielp ook al niet mee.
 
Langzaam maar zeker klom Tilburg uit het dal. Andere industrieën vonden hun plek in en om de stad, het van oudsher sterk vertegenwoordigde (hoger) onderwijs in de stad begon te floreren en mensen buiten Tilburg begonnen oog te krijgen voor een aantal in het oog springende gebouwen, musea en kunstwerken in de voormalige textielstad. Westpoint was jarenlang het hoogste woongebouw van Nederland, de spraakmakende kunst van museum De Pont was voor Randstedelingen een reis waard en als klap op de vuurpijl werd de gerenoveerde LocHal verkozen tot World Building of the Year.
 
De kopjes van de Tilburgers zijn de laatste tijd meer omhoog gegaan, het zelfbewustzijn is gegroeid. Het kunstwerk Sky mirror van de beroemde Britse kunstenaar weerspiegelt niet alleen de blauwe lucht die zich boven Tilburg geopend heeft, maar is ook een reflectie van hoe ‘frêet’ (trots) de Tilburgers inmiddels op hun stad zijn. (En dat een van de allerberoemdste schilders van de wereld in Tilburg een paar jaar onderwijs genoot, is iets waar we met terugwerkende kracht ook heel trots op mogen zijn.)